Tussen loyaliteit en leiderschap: het geweten aan tafel
Het was donderdagochtend, 10.00 uur. De bestuurssecretaris nam een slok van zijn koffie, op weg naar de wekelijkse bestuursvergadering. De geur van de bestuurskamer was vertrouwd: een mengsel van koffie, kalmte en de onuitgesproken spanning die soms in de lucht hangt. En vandaag hing die er. Overduidelijk.
De dag ervoor woonde hij de vergadering van de raad van commissarissen (RvC) bij. Onderwerp van gesprek: het reorganisatietraject, waarin de RvC en de raad van bestuur (RvB) (vooralsnog) niet bepaald op één lijn zaten. De RvC had stevige zorgen geuit over de door de RvB voorgestelde inrichting van de nieuwe organisatie, het tempo van het reorganisatietraject en de afstemming met de ondernemingsraad (OR). De sfeer was beheerst, maar onmiskenbaar geladen.
Als bestuurssecretaris was hij erbij, zoals altijd, om verslag te doen, de besluitvorming te borgen en als verbindende schakel te fungeren. In dienst van de organisatie, hiërarchisch onder de RvB, maar ook door de RvB ’ter beschikking gesteld’ aan de RvC. Tussen de lijnen opereren was zijn tweede natuur. Maar deze keer voelde het anders. Scherper. Gevaarlijker.
Deze ochtend, tijdens de RvB-vergadering, vroeg de raad luchtig hoe het overleg met de RvC van gisteren was verlopen. De bestuurssecretaris bleef kalm en antwoordde: “Het was een goed overleg.” Een korte stilte. Toen volgde de wedervraag van de voorzitter: “Is er nog gesproken over ons verschil van inzicht met de RvC?” De bestuurssecretaris voelde zijn hartslag versnellen. Hij wist wat er besproken was. En hij wist ook: dit antwoord is niet vrijblijvend.
De voorzitter leunde naar achteren en zei, ogenschijnlijk terloops: “Je weet, je ondersteunt de RvC bij ons welbevinden.” Die zin bleef hangen.
Tussen de vuren
De bestuurssecretaris zweeg. Niet uit lafheid, maar uit verantwoordelijkheid. Wat betekende ‘helpend’ zijn in deze situatie? Was dat transparantie richting de RvB over wat in de RvC-vergadering was besproken? Of juist discretie, in het belang van de relatie en de governance? Waar lag de grens tussen loyaliteit en integriteit?
In de theorie lijkt het helder: de bestuurssecretaris bewaakt de lijnen, dient het proces, en handelt in het belang van goede governance. Maar in de praktijk? Daar zijn de grenzen fluïde. Zeker in een context van spanningen, druk en onuitgesproken verwachtingen.
De stille kracht
Deze situatie is niet uniek. In een tijd waarin organisaties ingrijpende veranderingen doormaken, zoals reorganisaties, speelt de bestuurssecretaris een cruciale rol. Niet als neutrale notulist, maar als moreel kompas en verbindende kracht. In de schaduw van het formele besluitvormingsproces, tussen de raden, belangen en gevoeligheden in.
Wat vraagt dit van jou als professional? Hoe blijf je koersvast, zonder star te zijn? Hoe navigeer je in loyaliteiten zonder jezelf te verliezen.